Voor GGN is de consument, oftewel de warmteafnemer, het startpunt van de oplossing. Het toegankelijk maken van aardwarmte met een lage kostprijs is dus het bedienen van de mensen die letterlijk boven de warmte wonen en of werken.
De nationale aanpak rond warmte lijkt vanuit de gas-historie best moeilijk om te buigen naar een innovatieve toekomst gericht op de consument. Er staan natuurlijk grote belangen op het spel voor de grote bedrijven. Er worden de afgelopen tijd op nationaal niveau, vaker gesproken over: ‘woonlast-neutraliteit’; ‘maximaal aanvaardbare maatschappelijke kosten’; NMDA (Niet Meer Dan Anders) en een “cost-plus” model waarbij een winstpercentage rond de 6% akkoord is. Voor de consument niet zo begrijpelijk en wederom vanuit een centrale “top-down” gedachte, waardoor de consument geen inbreng nog zeggenschap heeft.
GGN wil juist graag met regionale, autonome en publieke partijen om tafel. Deze partijen nemen een meer maatschappelijk verantwoordelijke rol op zich en willen meedoen om op een innovatie manier aardwarmte te implementeren. GGN vindt dat de toekomst van warmte mede wordt bepaald door consumenten met hun vertrouwde regionale energiebedrijven.
De consument wenst leveringszekerheid en geen tijdelijke energie prijs, een aantoonbaar goeie manier waarop met de ondergrond wordt omgegaan, geen aardbevingen, geen financiële verassingen maar wel directe controle op een rechtvaardige verdeling van baten en kosten. Vandaar dat die individuele consument zo belangrijk is bij het nemen van duurzame beslissingen. Voor de consument lijkt aardwarmte momenteel geen alternatief voor de verwarming van gebouwen. Daar moet verandering in komen.
